Op naar de 100 procent!
De gemeente Amsterdam heeft in 2017 Welzijn op Recept uitgerold over de hele stad en inmiddels werkt zo’n 75 procent van de Amsterdamse huisartsen ermee. Maar hoe zorg je dat uiteindelijk álle Amsterdammers ervan kunnen profiteren? Anne de Leeuw, gemeentelijk projectleider Welzijn op Recept, schetst de ontwikkelingen.
Geïnspireerd door positieve ervaringen met Welzijn op Recept (WoR) elders, besloot welzijnsorganisatie Combiwel dit concept ook in Amsterdam te gaan gebruiken. Huisartsen, die vaak te maken hadden met psychosociale problematiek, zagen daarin een goede oplossing en omarmden deze andere aanpak. In 2017 werd na een raadsbesluit Welzijn op Recept uitgerold over de hele stad, en met succes.
De gemeente geeft subsidie aan de 9 welzijnsorganisaties die actief zijn in een of meerdere van de 7 stadsdelen. Dat zijn op zich al ´steden´: alleen stadsdeel Zuid-Oost heeft bijvoorbeeld al 85.000 inwoners. ”Het is belangrijk dat de welzijnsorganisaties de lokale context kennen. Er zijn duidelijke verschillen tussen de stadsdelen in populatie en de problematiek in de wijk. Noord bijvoorbeeld kent gezondheidsachterstanden en zaken als overgewicht en rookverslaving. Zuid heeft veel ouderen en alleenstaanden, met eenzaamheid en beginnende dementie. Dat vraagt dus een specifiek aanbod naast het standaardpakket.”
De gezondheidsverschillen zijn groot en er is relatief veel zware (meervoudige)problematiek die misschien strikt genomen niet thuishoort bij Welzijn op Recept, maar via WoR wordt wel de juiste zorg en ondersteuning gezocht en tegelijkertijd gekeken wat er op het welzijnsvlak verbeterd kan worden. De welzijnscoach verschuift van welzijnswerker naar maatschappelijk dienstverlener.
Hoe gaat het nu?
“Het gaat steeds beter. Naast de WoR-huisartsen van het eerste uur werkt nu ook een grote middengroep ermee, zo´n 75 procent van de huisartsen in Amsterdam verwijst structureel door. De rest geeft aan ´te druk´, voelt zich overvraagd of ziet de meerwaarde nog niet.”
Hoe krijg je ook hen mee?
“De 500-600 huisartsen waren verdeeld over 7 zorggroepen, met 30 procent eenpitters. Sinds eind 2019 vallen ze allemaal onder één vlag: de Huisartsenalliantie. Voordeel is dat alle info via die route binnenkomt. Positieve ervaringen met WoR worden daardoor gemakkelijker gedeeld. Ook vormt de Alliantie wijkgroepen met bij elke wijkgroep een welzijnscoach.”
Voor de drukke, overvraagde huisarts biedt ´krachtige basiszorg` wellicht mogelijkheden. Daarvoor biedt zorgverzekeraar Zilveren Kruis per patiënt meer financiële ruimte. De huisarts bepaalt zelf hoe die concreet vorm krijgt, bijvoorbeeld meer praktijkondersteuners of een speciale praktijkondersteuner sociale problematiek. Een andere, nu al bestaande, maar vrij onbekende mogelijkheid zijn de uur-spreekuren vanuit het gemeentelijk Achterstands Ondersteunings Fonds: één keer per jaar kan per patiënt een heel uur worden ingepland, waarbij ook de welzijnscoach kan worden uitgenodigd. Bovendien zouden ook wijkverpleegkundigen en paramedici meer kunnen doorverwijzen, rechtstreeks of via de welzijnscoach.
Voor de toekomst is natuurlijk de gemeente van cruciaal belang. “Die streeft naar een gezond en vitaal Amsterdam en ziet daarbij een belangrijke rol voor Welzijn op Recept.”
Kortom: het gaat goed met WoR in Amsterdam, en voor de toekomst: op naar de 100 procent die kan doorverwijzen naar Welzijn op Recept.