Welzijn op Recept goed op de kaart in Woudenberg
foto: v.l.n.r. Jacqueline Schrauwen, Inge Engel en Leoni Catoen
In oktober vond in Woudenberg de honderdste verwijzing naar Welzijn op recept plaats. Een heuglijke aanleiding voor een follow-up op het artikel van 20 februari 2023. Met de inmiddels drie welzijnscoaches van coöperatie De Kleine Schans bekijken we wat er sindsdien is gebeurd en bespreken we hoe Welzijn op Recept steeds breder gedragen wordt in deze Utrechtse gemeente.
“Het zijn er inmiddels 113”, zegt Jacqueline Schrauwen met enige trots. Zij is sinds november vorig jaar de derde welzijnscoach in Woudenberg. Dit om te voorkomen dat er tijdens de zwangerschapsverloven van haar beide collega’s Inge Engel en Leoni Catoen maar één welzijnscoach zou zijn. Catoen: “We wilden dat Welzijn op Recept breder gedragen werd, zodat er altijd twee welzijnscoaches zijn en er geen wachtlijst ontstaat. We hebben nu gezamenlijk 20 uur per week.”
Ze hebben alle drie de welzijnscoach-training van het Landelijk kennisnetwerk Welzijn op Recept gevolgd (Engel was destijds de honderdste deelnemer), maar vanuit verschillende achtergronden en met nog andere functies binnen De Kleine Schans, die hun werk als welzijnscoach ondersteunen. Catoen is van origine verpleegkundige en heeft nu de combifunctie welzijnscoach en sociaal makelaar. Die combi heeft ook Engel, maar zij komt uit het brede werkterrein van de Sociaal Pedagogische Hulpverlening. Catoen: “Het voordeel van de combifunctie is dat als we als welzijnscoach op individueel niveau verschillende mensen met dezelfde hulpvraag zien, we als sociaal makelaars als collectief aanbod iets nieuws kunnen opzetten.”
Schrauwen was ergotherapeut: “Ik vond het leuk naast iemand te staan. Als iets niet meer lukt, wat kunnen we dan doen om het beter te maken? Tweeënhalf jaar geleden ben ik WMO-consulent geworden bij De Kleine Schans. Daardoor kan ik als welzijnscoach iets meer meedenken over praktische zaken. Soms zie ik een inwoner eerst voor bijvoorbeeld hulp bij het huishouden en later voor Welzijn op Recept. Ik vraag altijd wel of mensen dat willen, dat ik hen spreek in twee verschillende rollen. Maar ze blijken dat juist wel fijn vinden, dat het één persoon is die langskomt, die het verhaal al kent.”
Verwijzen
Het zijn nog steeds huisartsen en POH’s van de twee Woudenbergse huisartsenpraktijken die verwijzen, maar inmiddels doen ook fysiotherapeuten, ergotherapeuten en wijkverpleegkundigen dat. Verwijzing vindt plaats met papieren verwijsbriefjes, die als blocnote (en reminder) op het bureau van de huisarts en POH liggen. Engel: “Het verwijsbriefje heeft twee delen: een deel met onze gegevens krijgt de inwoner mee opdat die zelf kan bellen. Maar meestal bellen wij. Het tweede deel met de gegevens van de doorverwezen patiënt krijgen wij. Daarnaast komen ook verwijzingen binnen via de mail, vooral van verwijzers die veel onderweg zijn. De mails geven meer info. Soms dient het mailtje om even te checken: ‘Ik heb die en die gesproken en dat en dat gezien. Kan ik hem/haar naar jullie doorverwijzen?’”
Bekendheid WoR
De welzijnscoaches ervaren de laatste tijd dat doorverwezen inwoners vaker zelf bellen. Hoe dat komt, is gissen, maar mogelijk heeft het met groeiende bekendheid met de welzijnscoaches te maken. Engel: “Toen we de folder maakten, met informatie over Welzijn op Recept en wat de welzijnscoach doet, hebben we bewust onze gezichten erop gezet, zodat we niet helemaal vreemd zijn.” “Als mensen het eng vinden en daarom Welzijn op Recept afhouden, kunnen we eventueel met de verwijzer samen het gesprek doen en zo de drempel lager maken”, aldus Schrauwen.
Leren van elkaar
De verwijsbriefjes komen centraal binnen bij de balie. De drie welzijnscoaches kijken dan bij wie van hen de hulpvraag het beste past en wie ruimte heeft. Eens per twee weken hebben ze overleg: bij een lastige casus of twijfel, kan aan de collega’s gevraagd worden: ‘heb jij ideeën?’
Daarnaast is er intervisie opgezet met Leusden en Scherpenzeel. Daarbij wordt Welzijn op Recept inhoudelijk besproken, maar ook hoe de interventie in de verschillende gemeenten geregeld is, en wat daarvan de voor- en nadelen zijn.
Korte lijnen
De samenwerking met de verschillende partners is goed. Catoen: “De lijnen zijn kort, zij weten ons te vinden. Zo zocht recentelijk ook de Gecombineerde Leefstijl Interventie onze samenwerking. We zijn straks bij één bijeenkomst aanwezig. Die bestaat uit een half uur bewegen en het andere halfuur gaan wij vanuit positieve gezondheid oefeningen doen die deelnemers anders laten kijken naar gezondheid en eigen regie.”
Ook vind er twee keer per jaar een groot overleg plaats waar de eerstelijns zorgverleners bij elkaar komen. Catoen: “Wij zijn daar ook aanwezig. We laten ons gezicht zien, geven een update en beantwoorden vragen, bijvoorbeeld een fysiotherapeut die aan een verwijzing denkt, maar aarzelt of dat wel de juiste weg is voor die persoon.”
Voor meer succesverhalen download het boekje “Pareltjes van Welzijn op Recept”
Benieuwd naar meer kennis en ervaring uit de dagelijkse praktijk van Welzijn op Recept, volg ons dan op Linkedin