Aanpak moet cultuursensitief, cocreatief en betrouwbaar zijn
foto: Nina Conkova
Eenzaamheid onder ouderen met een migratie-achtergrond is groot, wordt vaak pas laat herkend en vraagt een andere aanpak dan bij in Nederland geboren ouderen. Nina Conkova, wetenschapper aan Leyden Academy on Vitality and Ageing, legt uit hoe dat komt, welke aanpak geschikt is en wat Welzijn op Recept kan met de mede door haar opgestelde Interventiehandleiding Samen tegen Eenzaamheid.
Eenzaamheid vormt een belangrijk sociaal-maatschappelijk probleem. Vaak is het de reden voor doorverwijzing naar Welzijn op Recept. De afgelopen jaren zijn er veel nieuwe initiatieven gestart om eenzaamheid bij ouderen te verlichten. Maar een klein deel daarvan richt zich specifiek op ouderen met een migratieachtergrond. Zij voelen zich echter vaker en sterker eenzaam dan in Nederland geboren ouderen.
Wie zijn dat, ouderen met een migratieachtergrond? Vaak wordt gedacht aan mensen met een ‘niet-westerse’ achtergrond, met name van Turkse en Marokkaanse afkomst, die als gastarbeider naar Nederland zijn gekomen. Maar de groep is veel groter en diverser: denk aan Chinezen, mensen uit Suriname en voormalig Nederlands-Indië, vluchtelingen uit het Midden-Oosten. Er zijn bovendien grote verschillen binnen de groepen. Zo vind je binnen de Turkse groep etnische Turken, Koerden, Bulgaarse Turken en Zazas en twee Islamitische stromingen: de Soennieten en de Alevieten. Al die verschillen beïnvloeden ook hoe mensen het ouder worden ervaren en het risico op eenzaamheidsgevoelens. Sowieso zijn ouderen met een migratieachtergrond vaak al vroeg oud. Leyden Academy houdt in haar onderzoeksbeleid daarom 55-plus als leeftijdsgrens aan.
Nog veel onbekend
“We weten eigenlijk nog heel weinig”, aldus Conkova. “Naar Turkse, Marokkaanse en Surinaamse ouderen is onderzoek gedaan, van de andere groepen weten we nog minder. Iemand direct vragen naar gevoelens is vanuit culturele en religieuze achtergronden ongepast. Ook heeft men vaak niet zoveel vertrouwen in ‘de overheid’. Doorgaans signaleren we eenzaamheid dan ook pas laat, als mensen er echt last van hebben. Die wordt niet opgemerkt: deze ouderen hebben een gezin om zich heen, een uitgebreide sociale of religieuze gemeenschap. Er zijn dus wel sociale relaties, maar oudere migranten vragen daar geen hulp bij eenzaamheid.” Bovendien komen ze vaak de deur niet uit, wat eenzaamheid in de hand werkt. Een huisarts kan dan wél vroegsignaleren, als die tenminste vertrouwen geniet. “Vertrouwen winnen duurt, zeker in de islamitische gemeenschap, lang en kan snel weer verdwijnen.”
Risicoprofielen
Als onderzoeker kijkt Conkova daarom niet zozeer naar de herkomstlanden, maar veeleer naar risicoprofielen. “Probeer in te schatten hoe eenzaam iemand is door te kijken naar factoren die daar invloed op hebben, zoals Waarom is iemand naar Nederland gekomen? Is hij of zij alleenstaand of niet? Welk geloof heeft hij? Spreekt hij Nederlands? Als iemand bij de huisarts komt, geen Nederlands spreekt en een kind moet tolken, dan zal de ouder niet vrijuit vertellen hoe hij zich voelt. De aanpak van eenzaamheid begint bij open communicatie. Bij Islamitische migrantenouderen kan dat vaak beter in een groep met dezelfde achtergrond en in een besloten setting. Dat geeft de deelnemers vertrouwen om openlijk te kunnen spreken.”
Daarnaast zijn er de risicofactoren die ook bij in Nederland geboren ouderen spelen, maar vaker voorkomen bij migrantenouderen: laag inkomen, weinig opleiding/lage sociale status, slechte gezondheid en beperkte regie over het eigen leven.
Samen tegen Eenzaamheid
Hoe pak je de eenzaamheid bij deze zeer diverse groep aan? In februari 2024 is de Interventiehandleiding Samen tegen Eenzaamheid verschenen, opgesteld door Leyden Academy en Stichting RCOAK, een kennisinstituut respectievelijk vermogensfonds gericht op welzijn en bestaanszekerheid van ouderen, met bijzondere aandacht voor ouderen met een migratieachtergrond.
De Interventiehandleiding is gebaseerd op de ervaringen en onderzoeksresultaten van het programma Samen tegen Eenzaamheid, uitgevoerd als pilot in 2023 door vijf organisaties in Utrecht, Amsterdam, Rotterdam en Amersfoort.
“Om de doelgroepen te bereiken is een zorgvuldige, persoonlijke benadering nodig via de huisarts, de welzijnscoach/sociaal werker en vooral sleutelfiguren/bruggenbouwers in de wijk, bewoners kennen en vertrouwen hen. We hanteren een bottom-up-, co-creatieve benadering, dus niet voor maar samen met deelnemers activiteiten organiseren. Deze sluiten daardoor beter aan bij hun wensen en behoeften en zijn dus effectiever.”
Maar om de behoeften te ontdekken is best lastig. Het vereist voortdurende stimulatie, voorbeelden geven en interesse wekken door vragen als “Wat maakt je gelukkig?”, “Wat deed je eerder?” en “Wie ben jij?” Pilot-deelnemers gaven aan dat ze hierdoor ook zichzelf beter hebben leren kennen.
Het is heel belangrijk om goed naar de deelnemers te luisteren en de eigen aannames los te laten. Samenwerking met diverse organisaties buiten en vooral binnen de buurt is een must. Denk aan organisaties en initiatieven die helpen bij het opzetten van activiteiten en workshops, fondsen voor de financiële ondersteuning en kennisinstituten die ondersteuning bieden voor een effectieve uitvoering van het programma.
Welzijnscoaches zullen in de Interventiehandleiding veel herkennen. Net als Conkova’s verhaal kan die hen waardevolle informatie bieden voor hun ondersteuning van migrantenouderen, vooral bij eenzaamheid.
Klik op de link voor de interventiehandleiding “Samen tegen Eenzaamheid met oudere migranten”
Voor meer succesverhalen download het boekje “Pareltjes van Welzijn op Recept”
Benieuwd naar meer kennis en ervaring uit de dagelijkse praktijk van Welzijn op Recept, volg ons dan op Linkedin