Neem extra risicofactoren eenzaamheid bij oudere migranten mee

Foto: Tineke Fokkema en Mirjam Kingma
Eenzaamheid wordt meestal bestreden door mensen nieuwe contacten te laten maken. Maar dat is een te eenzijdige aanpak, zeker bij oudere migranten, waar eenzaamheid vaak niet voortkomt uit ontbrekende contacten, zo blijkt uit onderzoeken van Mirjam Kingma, PhD aan de Rijksuniversiteit Groningen en haar promotor prof. Tineke Fokkema, senior onderzoeker bij het NIDI.
Kingma is vanaf de start in september 2024 als promovenda betrokken bij het project Prominent Reduction of loneliness among Older Migrants through Interventions and Social Engagement (PROMISE). Professor Tineke Fokkema is daarvan projectleider, werkzaam binnen de themagroep Migratie en Migranten van het NIDI en bijzonder hoogleraar Aging, Families and Migration aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Het PROMISE-project heeft als doel om meer inzicht te krijgen in het taboe op eenzaamheid en de verschillende vormen en oorzaken van eenzaamheid bij oudere migranten uit niet-Europese landen.
Contacten
Recentelijk presenteerde Kingma haar onderzoek naar het gebruik van sociale netwerken in eenzaamheidsinterventies onder oudere migranten. “Het lijkt bijna een automatisme om eenzaamheid te bestrijden door mensen naar een ontmoetingsactiviteit te laten gaan. Daar doe je (nieuwe) contacten op, zo is de redenering. Dat klopt ook wel, maar van dat automatisme moeten we af. Oudere migranten hebben vaak juist wel veel contacten en een breed sociaal netwerk. Er moeten dus nog andere factoren meespelen. Ik heb onderzocht welke factoren dat zijn en in hoeverre interventies daar oog voor hebben.”
Kwaliteit van relaties
Cruciale factor is de kwaliteit van de relaties die iemand heeft. Vaak zit er een verschil tussen de kwantiteit en de kwaliteit. Is er bijvoorbeeld weinig conflict en is er sprake van vertrouwen tussen jou en je relaties? Durf je over je gevoelens van eenzaamheid te praten? Eenzaamheid zit zeker bij oudere migranten nogal in de taboesfeer. Als er sprake is van een heel hecht netwerk, dan is er meer angst voor roddel. Vaak komt die voort uit onbegrip: wanneer iemand vertelt dat hij zich eenzaam voelt, dan kan de ander reageren met ‘hoezo? De kinderen komen toch heel vaak? Is er iets aan de hand, spanningen, ruzie?’
Verwachtingen
Zo’n situatie van eenzaamheid, hoewel (klein)kinderen vaak komen, maakt een andere factor duidelijk, namelijk: welke verwachtingen heb je van je relaties? Fokkema: “Een Turkse mevrouw beschreef dat ooit goed: ik zorg dat het huis opgeruimd is en sta de hele dag in de keuken. Als de kinderen dan op bezoek komen, zitten ze bijna de hele tijd op hun mobiele telefoon. Als we gegeten hebben, gaan ze naar huis en moet ik alles afwassen en weer opruimen.”
Daar zit een spanningsveld tussen de wederzijdse verwachtingen, én tussen het contact wat iemand wenst en daadwerkelijk krijgt. Dat is deels generatiebepaald, net als bij autochtone ouderen, maar bij ouderen met een migratieachtergrond wordt het verschil versterkt door verschillende normen en waarden van de in het vaderland opgegroeide ouderen en de in Nederland opgegroeide jongeren.
Ook maakt het uit of ouderen vroeger als arbeider naar Nederland zijn gekomen met het idee om later weer terug te keren. Vaak is dan de band met het land van herkomst nog heel sterk en wordt er regelmatig heen en weer gependeld. Familieleden daar hebben hoge verwachtingen, hun familielid is immers naar het ‘rijke’ Nederland gegaan. Dat kan de druk op de oudere migranten hier verhogen en een extra belemmerende factor zijn om over psychosociale problemen te spreken.
Type relatie
Kingma: “Het is belangrijk om zowel vrienden als familie in je netwerk te hebben. Dat maakt namelijk verschil bij de steunuitwisseling: voor emotionele steun en een luisterend oor moet je doorgaans bij vrienden zijn, terwijl familie praktische steun biedt, zoals boodschappen halen, vervoer, of formulieren invullen.”
Interventies
Toen de factoren helder waren, kwam de vervolgvraag: in hoeverre hebben interventies hier oog voor en nemen zij ze mee? Hoe beïnvloeden interventies het sociale netwerk? Kingma: “Als het om emotionele steun gaat, dan zien we dat die wel bespreekbaar wordt gemaakt en op verschillende manieren. De kwaliteit van relaties wordt besproken, maar niet structureel. Dat wordt als lastig, gevoelig ervaren. Zo’n gesprek kan beter individueel plaatsvinden. Dat gebeurt soms ook, bijvoorbeeld met de trainer/coach. Verwachtingen komen alleen indirect aan bod, bijvoorbeeld in rolmodelverhalen of assertiviteitstrainingen, vanuit de focus op eigen grenzen stellen.
Aanbevelingen
Hoewel groepsinterventies goed werken, is soms individuele aanpak nodig. Fokkema: “Bij problemen moet je echt terug naar de oorzaken en die aanpakken, hoe moeilijk dat ook is. Heb ook oog voor financiële ondersteuning. Vaak is sprake van een pensioengat. Durven zij dan hulp aan hun kinderen te vragen, willen ze dat wel?” Kingma: “De focus ligt nu op de oudere migrant, maar in het PROMISE-project gaan we ons ook richten op de rol van kinderen en gemeenschapsleden.”
Voor meer informatie over de uitdagingen van samenwerken, download het ebook Welzijn op Recept, de uitdaging van samenwerking tussen zorg en welzijn
Voor meer succesverhalen download het boekje Pareltjes van Welzijn op Recept
Benieuwd naar meer kennis en ervaring uit de dagelijkse praktijk van Welzijn op Recept, volg ons dan op LinkedIn