“We maken een overkapte A2”

foto: Erik Kramer
Als zorginkoper bij Zorg en Zekerheid houdt Erik Kramer zich bezig met multidisciplinaire eerstelijnszorg, op het niveau van de wijk en de regio. En met de brug naar het sociaal domein. Veel aandacht is er voor Positieve Gezondheid en vooral voor Welzijn op Recept. In dit artikel schetst Kramer de ontwikkeling naar steeds verdergaande verbreding en de rol van de zorgverzekeraar daarin.
Belangstelling voor multidisciplinair werken in de zorg en de combinatie met het sociaal domein had Kramer vanaf het begin. Toen hij zo’n vijftien jaar geleden bij Zorg en Zekerheid begon als inkoper eerstelijnszorg, sprak hij verschillende deskundigen over het eerstelijnsveld. Dat waren vooral mensen, die geloofden dat gezondheidszorg afhankelijk is van meer dan pillen, dokters en specialisten. Die pleitten voor samenwerking met het sociaal domein.
Vanuit die visie ging Kramer aan de slag in het kerngebied van Zorg en Zekerheid: de regio Leiden, Alphen aan den Rijn, Duin en Bollenstreek, Amstelland en Meerlanden. Of in Kramers woorden: Zuid-Holland Noord en Noord-Holland Zuid.
“We kopen voor dit gebied eerstelijns multidisciplinaire zorg in, dus de samenwerking tussen apotheek, huisartsen en paramedici. We kijken daarbij op wijk- en regio-niveau.” Binnen die kaders probeert de zorgverzekeraar steeds bredere coalities te smeden. Bijvoorbeeld met landelijke programma’s als Jongeren op Gezond Gewicht, Positieve Gezondheid en Welzijn op Recept. Dit altijd samen met de gemeenten. “We streven ernaar steeds meer bruggen tussen verschillende partijen binnen zorg en welzijn te bouwen, zeg maar ‘een overkapte A2’.”
Welzijn op Recept leergemeenschap
Welzijn op Recept is in het gebied van Zorg en Zekerheid begonnen in Leiden, Hoofddorp en Kaag en Braassem en inmiddels in het hele kerngebied geïmplementeerd. Het loopt goed, maar de meeste huisartsen halen ongeveer twaalf verwijzingen per jaar. “Op zich goed, maar je zou meer willen. Het lukt niet omdat huisartsen het druk hebben en vaak is de medische bril leidend boven de sociale bril. Extra aandacht levert een stijging van het aantal verwijzingen op, maar daarna zakt het toch weer in.”
Voor Zorg en Zekerheid was dat aanleiding om Jan Joost Meijs en Miriam Heijnders van het Landelijk kennisnetwerk Welzijn op Recept opdracht te geven een Masterplan te maken met scholing, intervisie, stimuleren en faciliteren, ook in het sociaal domein. Einddoel was te komen tot één succesvolle verwijzing per week. Ze verdeelden daartoe de huisartsenpopulatie in drie groepen. Voor huisartsen die nog niet met Welzijn op Recept werkten, was het streven daarmee een start te maken. Voor de matige verwijzers, dat zij bewuster zouden verwijzen. “En bij de enthousiaste verwijzers, de koplopers, hoe ze gas konden geven.”
Het werkte: een aantal toppers verwijst inmiddels één keer per week. Daarbij moet worden vermeld dat in hun gemeentes een wethouder zit die heel bewust geld durft vrij te maken voor de samenwerking tussen zorg en welzijn. Het helpt ook dat huisartsen regionaal gekozen hebben voor Welzijn op Recept als interventie binnen Meer Tijd Voor de Patiënt (MTVP).
IZA-transformatieaanvraag
In het verlengde van het Masterplan ligt een IZA Transformatie-aanvraag. “We hopen dat het Transformatieplan rond 1 juli kan worden ingediend.” Het is opgesteld door een brede coalitie van diverse zorg- en welzijnsorganisaties en de gemeenten Leiden, Haarlemmermeer en Amstelveen. “De kosten voor de uitvoering van het Masterplan konden wij als kleine zorgverzekeraar niet alleen dragen. Vandaar nu deze IZA-aanvraag.”
Bovendien begonnen bij de veelverwijzers, gemeenten hun zorgen te uiten over de financiële haalbaarheid. Meer verwijzingen betekent immers meer uren voor de welzijnscoaches en hogere financiering van de welzijnsorganisatie. “Als het Transformatieplan wordt goedgekeurd, kunnen de gemeenten naar VWS gaan voor SPUK-gelden.”
Kramer denkt dat het plan ook weer bewijslast aandraagt dat Welzijn op Recept werkt. Hij hoopt dat VWS uiteindelijk bereid zal zijn 1 procent van de Zorgbegroting, 1 miljard euro, over te hevelen naar het sociaal domein. “Natuurlijk hebben we te maken met ‘bestuurlijke ingewikkeldheid’ om gemeenten enigszins op één lijn te krijgen. Maar hoe moeilijk ook, transformatie naar voren móet gaan gebeuren en daar hoort loslaten bij.”
Bruggen bouwen
Hij spreekt daarom zowel met directeuren van welzijnsorganisaties, regie-ambtenaren van gemeenten en wethouders zorg, als met de (meer overkoepelende) regiotafel en de Alliantie Positieve Gezondheid.
En dan zijn er nog drie lichtingen Health Care Challengers. De afgelopen jaren namen zo’n zestig bestuurlijke talenten met een focus op het brede eerstelijns zorgveld deel aan de Leergang Healthcare Potentials, ontwikkeld door Zorg en Zekerheid in samenweking met Reos en Erasmus Centrum voor Zorgbestuur.
Acht maanden kregen ze dilemma’s en uitdagingen voorgeschoteld waar regionale zorgbestuurders nu en in de toekomst voor staan. Inmiddels hebben zij zich ontwikkeld tot Health Care Challengers met goede, inspirerende ideeën.
De zorg van de toekomst heeft volgens Kramer goed leiderschap nodig, mensen met lef, die initiatief durven nemen. “Vanwege het arbeidsmarktprobleem moeten we minder zorg vragen, meer zelf doen en werken aan een zorgzame society. Én bruggen blijven bouwen. Het gaat langzaam, maar het lukt wél.”
Voor meer informatie over de uitdagingen van samenwerken, download het ebook “Welzijn op Recept, de uitdaging van samenwerking tussen zorg en welzijn”
Voor meer succesverhalen download het boekje “Pareltjes van Welzijn op Recept”
Benieuwd naar meer kennis en ervaring uit de dagelijkse praktijk van Welzijn op Recept, volg ons dan op Linkedin