Welzijn op Recept brengt oude zorgzaamheid terug
Welke impact heeft Welzijn op Recept? Dat is lastig precies te meten, maar de verhalen van doorverwezen patiënten maken duidelijk dat er veel verandert: ze verruimen hun door verschillende oorzaken beperkt geworden wereld, herpakken de regie, krijgen weer zin in het leven, en hebben daardoor minder klachten, waarmee ze naar de huisarts gaan. Selina Henckens, welzijnscoach in Gennep, geeft een indrukwekkend voorbeeld:
De huisarts had een wat oudere dame naar me doorverwezen met verschillende kwaaltjes. Voor haar hoefde Welzijn op Recept niet per se. Na mijn geruststellend: ‘We zien wel, we kijken gewoon hoever we komen’, hebben we een afspraak gemaakt en een week later ben ik naar haar toe gegaan. Ze had haar man verloren. Haar kinderen woonden vlakbij en het contact was goed, maar de kinderen werkten en hadden beide een druk gezin met inmiddels ook al werkende kleinkinderen. Er bleef dus, zeker doordeweeks, weinig tijd over voor moeder en oma. Haar vriendinnen had ze al lang niet meer gezien. Tijdens het gesprek probeerde ik vooral de problematiek helder te krijgen en te onderzoeken: waar krijgt deze mevrouw weer energie van?
We hebben een vervolgafspraak gemaakt en tijdens het tweede gesprek heb ik haar gevraagd: ‘Wat vond u vroeger leuk?’ Haar antwoord was: ‘verzorging’. Zij bleek een heel zorgzame vrouw te zijn, die altijd in de verzorging had gewerkt. Als kind werkte ze thuis al mee op de boerderij en eenmaal getrouwd had ze als echte huismoeder voor haar kinderen en later kleinkinderen gezorgd. Maar die zorg was inmiddels weggevallen. Bovendien kon ze zelf fysiek die zorg ook niet meer geven.
Op zo’n moment opper ik dan ideeën die ik mensen zelf laat onderzoeken. Bij deze mevrouw stelde ik voor bij de ouderenvereniging te gaan kijken. Zij was al ondersteunend lid van de Katholieke Bond voor Ouderen (KBO), maar ging niet naar activiteiten. De spellenmiddag, eens per week, leek haar wel wat. ‘Moet ik mee gaan, de eerste keer?’, vroeg ik nog, maar dat bleek niet nodig. Na een paar keer meegedaan te hebben, ontdekte ze dat ze ook best kleine dingen kon doen, zoals rondgaan en koffie inschenken. Die ene middag bleek al snel niet meer genoeg.
Dus stelde ik voor naar het wijkcentrum in de buurt te gaan, waar ze al lang niet meer geweest was, en daar samen met een vriendin, die daar al regelmatig kwam, te gaan koffiedrinken. Daarnaast heb ik ook de wijkondersteuner gevraagd bij mevrouw thuis langs te gaan. Daar is nog een activiteit uitgekomen: een koffiemaatje met wie ze ook wel eens een fietstochtje maakt. Zo heeft ze nu drie dagen iets te doen, om naar uit te kijken, afleiding van het gemis en minder gepieker. De kwaaltjes wegen nu minder zwaar. Doordat ze weer onder de mensen komt, hoort ze ook andere dingen die er te doen zijn. In het weekend komen de kinderen.
Inmiddels hebben we het afsluitend gesprek gedaan. Die plan ik meteen al in: ‘over drie maanden kom ik nog een keer terug’. Vaak check je tussentijds ook een aantal keren of de activiteit waarnaar je de cliënt hebt begeleid, bevalt. Als dit zo is, sluiten we het helemaal af en koppel ik terug naar de verwijzer. Zo niet, dan kunnen we opnieuw op zoek gaan of ik kan die persoon overdragen aan de wijkondersteuner. Het gaat erom een goede balans te vinden, dat mensen iets doen waar ze zich lekker bij voelen. Ik hoor vaak: het moet geen verplichting zijn, dan voel ik te veel druk. Vrijwilligerswerk is daarom voor sommigen ook geen optie. Maar ook al ervaren mensen ‘er is niets aan de hand als ik niet kom’, toch zie je dat ze vaak wél gaan, omdat ze het leuk vinden en het goed voelt om iets voor anderen te kunnen betekenen. Dat gold ook voor deze mevrouw.
Voor meer succesverhalen download of bestel ook het boekje “Pareltjes van Welzijn op Recept”
Benieuwd naar meer kennis en ervaring uit de dagelijkse praktijk van WoR volg ons dan op Linkedin