Met Puzzelmethodiek psychosociale problemen te lijf gaan

Foto: Daphne de Vette (li) en Marjolein Borlee (re)
De gemeente Stichtse Vecht ondersteunt inwoners met sociaal-maatschappelijke problemen met de puzzelmethodiek, een soort Welzijn op Recept, maar met andere accenten en andere oplossingen. Daphne de Vette en Marjolein Borlee van welzijnsorganisatie MOmenz vertellen hoe de methode werkt en gaan vandaag in op puzzelstukjes 1 en 2. Over twee weken volgt een follow-up over 3 en 4.
Welzijn op Recept is in Stichtse Vecht in tweeën geknipt: Borlee en de Vette, die zich liever adviseur of sociaal agoog dan welzijnscoach noemen, doen het eerste gedeelte en proberen in puzzelstukjes 1 en 2 de hulpvraag op te lossen. Lukt dat niet, dan wordt een oplossing gezocht in puzzelstukjes 3 of 4.
De verwijzers zijn ook net even anders. Inwoners kunnen op drie of eigenlijk vier manieren bij de adviseurs terechtkomen: ze kunnen verwezen worden vanuit de eerstelijn (in de volle breedte), de WMO en het sociaal wijkteam. Ook kunnen ze zich zelf aanmelden, rechtstreeks nadat ze via via over de adviseurs gehoord hebben.
Die nemen contact op en doen een telefonische intake, ook om te kijken of het werkelijk om Welzijn op Recept gaat. Daarna volgt een huisbezoek. De verwijzer of de assistente kan ook een afspraak inplannen in het gezondheidscentrum van die verwijzer. De Vette: “We zitten daar één dagdeel in de week, verdeeld over drie praktijken in Maarssenbroek, twee in Maarssen-dorp en één in Breukelen. De frequentie verschilt, bij de een is dat wekelijks, bij een ander eens per twee of drie weken.”
Uitgebreide anamnese
Tijdens het gesprek voeren de adviseurs een uitgebreide anamnese uit: “We gaan daarbij verschillende aandachtsgebieden af”, aldus Borlee. “Zo krijgen we een totaalbeeld en weten we wat echt belangrijk is voor die inwoner. We focussen op wat iemand wél kan en waar verandering mogelijk is. Vervolgens maken we samen met de inwoner een plan van aanpak voor de ondersteuningsvraag. Wij behandelen een heel brede sociale problematiek, waarbij het einddoel niet per se activiteiten zijn.” De Vette bevestigt: “Activering is echt te kort door de bocht voor wat we hier doen.”
Tussen de anamnese en het vinden van een passende activiteit zit in Stichtse Vecht namelijk de Puzzelmethodiek. Die bestaat uit vier puzzelstukjes:
- Wat kan iemand zelf?
- Wat kan het netwerk?
- Welke externe hulpbronnen zijn er?
- Professionele zorg
Puzzelstukjes
De adviseurs zoeken de oplossing voor de hulpvraag vooral in puzzelstukjes 1 en 2. Borlee: “Er wordt vaak te snel gedacht dat iemand iets niet kan. Mensen zitten vast in patronen hoe ze dingen doen. Als dat niet meer lukt, is er hulp van buiten nodig. Want niemand uit het netwerk kan het doen, is de gedachte: kinderen wonen ver weg, hebben hun werk en gezin, buren wil men niet belasten, zij zijn ook niet meer zo vitaal of hebben zelf hulp. Maar dat is te kort door de bocht. We proberen de hulpvraag te ontrafelen, op te delen in kleine taken die iemand wel kan doen.”
De Vette: “Mét de persoon brengen we het netwerk in kaart, we ondersteunen en denken mee. Zo proberen we iemand zelf oplossingen te laten bedenken. Vaak zijn er toch openingen die iemand niet verwachtte.”
Ook stimuleren ze de inwoners: ‘durf hulp te vragen! Keer het eens om: wat zou jij doen als iemand jou om hulp zou vragen? En wat is het ergste dat er kan gebeuren als je hulp vraagt? Kortom: in puzzelstuk 1 en 2 wordt erg ingezet op gedragsverandering.
Geruststellen
Een praktijkvoorbeeld ter illustratie: een vrouw werkt alle ochtenden en wil dat graag blijven doen. Maar ze maakt zich zorgen om haar man, die beginnend dementerend is. Hij is altijd heel actief geweest, maar zit nu alleen thuis. Vandaar haar hulpvraag: ‘Kunnen we elke ochtend zorg krijgen?’
Maar in plaats van op zoek te gaan externe hulp, is eerst gekeken naar het echtpaar zelf: Wat heeft mevrouw als mantelzorger nodig om te kunnen blijven werken? Hoe ziet haar man de situatie? Zou hij zelf iets kunnen doen? Buren die even koffie komen drinken?
De adviseur voerde daarom een duogesprek, met beide tegelijk. Al snel bleek dat het vooral ging om geruststellen. En zo kwamen ze uit bij personenalarmering. De mantelzorger kan naar haar werk en is gerustgesteld: als er iets is met haar man, komt er hulp. Door de inzet van een concreet hulpmiddel kan een netwerk om hen heen staan zonder dat de taak te groot wordt voor een paar personen. Ook wordt gekeken of de man vrijwilligerswerk kan doen.
De Vette: “We werken dus aan een mindset verandering: niet direct begeleiden naar activiteiten of een maatje, lees een afhankelijkheidsrelatie, die er bovendien maar beperkt zijn, maar naast iemand staan in de vraag: ‘Hoe kun je het zelf aanpakken?’ Lukt dat niet, dan gaan we naar puzzelstukje 3 en wordt een vrijwillige coach ingeschakeld.”
Voor meer informatie over de uitdagingen van samenwerken, download het ebook “Welzijn op Recept, de uitdaging van samenwerking tussen zorg en welzijn”
Voor meer succesverhalen download het boekje “Pareltjes van Welzijn op Recept”
Benieuwd naar meer kennis en ervaring uit de dagelijkse praktijk van Welzijn op Recept, volg ons dan op Linkedin